Meldprotocol

1. Wanneer moet je melden?

  • Bij vermoedens of signalen van grensoverschrijdend gedrag
  • Bij incidenten die strafbaar zijn of een risico vormen voor de veiligheid van anderen
  • Wanneer er twijfels bestaan over de betrouwbaarheid of integriteit van een (toekomstige) medewerker of vrijwilliger

2. Wat wordt er gemeld?

  • Feiten, observaties of signalen die mogelijk relevant zijn
  • De aard en ernst van het gedrag
  • Betrokken personen

3. Aan wie meld je het?

  • Een vertrouwenspersoon
  • In ernstige gevallen: direct aan Justis of politie

4. Hoe verloopt het meldproces?

  • Melding bij vertrouwenspersoon
  • Gesprek en/of onderzoek
  • Schriftelijke vastlegging met een duidelijke tijdslijn
  • Eventueel externe melding
  • Behandeling in vertrouwelijkheid

5. Wat gebeurt er na een melding?

  • Interne beoordeling of vervolgactie nodig is (zoals schorsing, gesprek, melding bij Justis)
  • Evaluatie en vastlegging van de genomen stappen

6. Bescherming van melder en betrokkene

  • Meldingen worden vertrouwelijk behandeld
  • De melder wordt beschermd tegen benadeling
  • Zorgvuldige omgang met de rechten van de beschuldigde